De honderd talen van kinderen

Een kind heeft honderd talen

honderd gedachten

honderd manieren van denken

van spelen, van spreken

Honderd, altijd weer honderd

manieren van luisteren

verwonderen en liefhebben

Honderd vreugden

om te zingen

en te begrijpen

Honderd werelden

om te ontdekken

Honderd werelden

om te verzinnen

Honderd werelden

om te dromen

Een kind heeft honderd talen

(en nog eens honderd meer)

Maar ze pakken er negenennegentig af

De school en de samenleving

scheiden het hoofd

van het lichaam

Zij zeggen tegen het kind

dat hij zonder handelen moeten denken

en zonder hoofd

moet handelen

moet luisteren en niet praten

moet begrijpen zonder vreugde

Ze zeggen tegen het kind:

ik geef je de al ontdekte wereld

en van de honderd

pakken ze er

negenennegentig af

Ze zeggen tegen het kind

dat werk en spel

realiteit en fantasie

wetenschap en verbeelding

hemel en aarde

verstand en droom

dingen zijn

die niet bij elkaar horen

En dus vertellen ze het kind

dat de honderd er niet is

Het kind zegt

zeker: de honderd is er wel!

(Loris Malaguzzi)

De honderd talen van kinderen zijn een belangrijk onderdeel van onze visie en werkwijze.

Het gedicht ‘de honderd talen’ van Loris Malaguzzi, de grondlegger van Reggio Emilia, is een vertaling vanuit het Italiaanse origineel. Met dit gedicht wilde Loris Malaguzzi een boodschap overbrengen. Hij wilde laten zien dat het van belang is de kinderen in aanraking te laten komen met een grote diversiteit aan mogelijkheden. Het doel is het bewaken en versterken van de 100 talen van een kind.

Documenteren – waarom?

Bij alles wat je doet, blijf je afvragen waarom je het doet. Waarom is het zo belangrijk om vast te leggen wat we zien bij de kinderen?

We kijken naar kinderen, naar wat ze doen en laten zien. Kijken naar behoeften achter gedrag. Naar wat het kind van ons nodig heeft.

We volgen de kinderen in onderzoeksprojecten. Bijvoorbeeld ons jaarthema, het materialenpalet en de onderzoeksthema’s die op de groep spelen. Op dit moment herfst, pompoenen, de rups/vlinder, groeien en bloeien.

Documentatie helpt ons kijken naar wat er is gebeurd en welke interpretaties we daarbij hebben.
Kijken naar ingangen voor een vervolg van een activiteit of onderzoek. Bijvoorbeeld tijdens het onderzoek naar de rups, merkten we dat sommige kinderen de rups na wilden maken, we boden in verschillende stappen papier, klei, kosteloos materiaal aan om dit te kunnen realiseren. Andere kinderen waren meer gefocust op het proces van rups naar vlinder en wilden dat onderzoeken.

Kinderen hebben allemaal een eigen voorkeur voor materiaal of verdieping. Door echt te kijken naar de vragen en behoeften die de kinderen laten zien, kunnen we een passend aanbod doen.

Linda van der Meulen
Pedagoog Villa de Buitenkans

Documenteren – kijken of je blik richten

Er is een groot verschil tussen kijken en je blik richten wanneer je kijkt naar kinderen. Een goede foto zegt iets waar geen woorden voor nodig zijn. Vragen die je kan stellen bij een foto is: wie is dit kind, hoe kijkt dit kind, hoe ontdekt dit kind de wereld, wat wil hij ons vertellen of wat zegt het kind, wat zeggen zijn handen, hoe wordt gebruik gemaakt van de ruimte en materialen, hoe maakt het contact met anderen, hoe is het welbevinden en de betrokkenheid op dit moment? Heel veel vragen waarbij we nieuwsgierig zijn naar het antwoord, we kunnen niet altijd alles zien dus moeten een keuze maken om te onderzoeken wat het kind van ons nodig heeft.

Op dit moment houden we onze eigen manier van documenteren in de vorm van dagverslagen en boeken vol herinnering onder de loep. We zijn als team bezig de vorm bij te schaven. We blijven kritisch kijken naar wat we doen, hoe we het doen en vooral waarom, zodat we nog meer tijd en aandacht kunnen besteden aan het doel van documenteren: echt kijken naar de kinderen!

Waar kijk jij naar wanneer je naar kinderen kijkt? Wat is jouw blik of focus?

Linda van der Meulen
Pedagoog villa de Buitenkans

Documenteren – kijken naar kinderen

We leven in een tijd waarin we snel en makkelijk foto’s kunnen maken, momenten kunnen vastleggen. Je hebt vast je telefoon vol staan met foto’s van je kind(eren). Het is ook een tijd waarin veel dingen heel snel gaan en momenten die zomaar weer voorbij zijn. Voor je het weet zijn je kinderen groot en denk je ‘waar is die tijd gebleven’. Dan heb je altijd nog alle foto’s en herinneringen om op terug te kijken.

Binnen de Buitenkans proberen we momenten te vertragen door deze vast te leggen in documentatie. We maken foto’s en beschrijven wat we gezien hebben of welke ideeën we erbij hebben. Dit helpt ons om stil te staan bij het moment, maar ook om terug en vooruit te kijken.

Het volgen van een proces van één kind of een groep kinderen is zo ontzettend waardevol!

Foto’s maken en daarbij beschrijven wat we gezien hebben; oftewel pedagogisch documenteren, helpt ons om echt te kijken naar de kinderen. Te kijken naar wat er speelt bij de kinderen, wat houdt ze bezig, welke vragen hebben ze, welke ontwikkeling maken ze door, wat is het proces van het individu en van de hele groep.

Linda van der Meulen
Pedagoog villa de Buitenkans